×
Andere dieren - konijn

Opvoeding:

 

 

Levensfasen

 

Konijnenjongen worden naakt en blind geboren. De eerste 18 dagen leven ze van moedermelk. Vanaf 14-18 dagen beginnen ze met opname van vast voedsel. Tussen 4 en 12 maanden (afhankelijk van het ras) worden konijnen geslachtsrijp, waarbij de ram (het mannetje) een maand op de voedster (het vrouwtje) achterloopt. De draagtijd van konijnen is 30/31 dagen. Het konijn wordt gemiddeld 5 tot 6 jaar oud, maar dit kan wel tot 12 jaar oplopen!

 

De omgeving

 

Konijnen zijn intelligente dieren. Ze hebben afleiding en ‘hersengymnastiek’ nodig. Als je daar niet voor zorgt, kan het dier stereotiep gedrag vertonen wat dierentuin dieren ook doen. Zoals ijsberen, tralie knagen, en ander neurotisch gedrag.

Wilde konijnen zijn gewend de hele dag op zoek te gaan naar eten en overal kleine beetjes te eten. Ook tamme konijnen hebben daar behoefte aan. Daarom kun je lekkere dingen verspreid door het verblijf neerleggen, ophangen of verstoppen. Prop bijvoorbeeld een flinke hand hooi met wat gedroogde kruiden in een lege wcrol. Of hang stukjes peen aan een katoenen touwtje, zodat het konijn moeite moet doen om er bij te komen.

Konijnen zijn nieuwsgierige dieren, en u moet ervoor zorgen dat uw konijn een ‘interessante’ omgeving heeft waar altijd wat te beleven is. Geef uw konijn bijvoorbeeld PVC buizen om doorheen te kruipen en kartonnen dozen om kapot te knagen, op te springen en in te schuilen. Ook houten papegaaien speelgoed en sommige katten of fretten speelgoed is vaak erg geschikt voor konijnen.

 

Caecotrofie

 

Dit is iets specifieks voor konijnen. Wat is het: de inhoud van de dikke darm wordt in trosjes van kleine donkere keutels omhuld met wat slijm uitgepoept en weer opgegeten (recycling dus!). Door deze heropname voldoet het konijn voor 20% aan zijn eiwitbehoefte en voor 100% aan zijn behoefte aan Vitamine B en K.

De fysiologie van de spijsvertering is bij konijnen zeer bijzonder in vergelijking met andere huisdieren, door het verschijnsel van caecotrofie. In het opvallend grote caecum van konijnen gebeurt een proces dat plus minus vergelijkbaar is met de vertering in de voormagen van herkauwers, namelijk de omzetting van plantaardig eiwit in hoogwaardig bacterieel eiwit en de vertering van ruwvezel.
In het begin van het colon gebeurt dan een differentiatie in twee soorten keuteltjes : de "harde keuteltjes", die rijk zijn aan onverteerde ruwvezel en gewoon uitgescheiden worden en de "zachte keuteltjes" of caecotrofen die rijker zijn aan water en microorganismen. Deze caecotrofen worden uitgescheiden in pakketjes van 2 - 3 cm lang en rechtstreeks aan de anus opgenomen.

Ad libidum gevoederde konijnen vertonen een duidelijk 24 uur - ritme in hun voedingsgewoonten. De voederopname situeert zich vooral 's avonds, 's nachts en 's morgens vroeg. De uitscheiding van harde keuteltjes valt daarmee samen. De caecotrofie vindt plaats overdag (tussen 9 h en 17 h).

Anderzijds is ook de concentratie van vluchtige vetzuren in het serum zeer hoog, net zoals bij de herkauwers. De adsorptie grijpt hoofdzakelijk plaats in het caecum en in mindere mate in het colon, echter niet in de maag (waar nochtans de caecotrofen een tijdje verblijven).

Het caecotrofie-proces functioneert onder invloed van de bijnierhormonen. Algemeen wordt aangenomen dat stress-situaties de vorming van caecotrofen verhinderen en dus een ongunstige invloed hebben op de spijsvertering.

Wat betreft de microflora dient nog een bijzonderheid vermeld te worden, nl. de bijna totale afwezigheid van Escherichia coli in de caecuminhoud van het gezonde gespeende konijn. (Bij zuigende konijntjes van 2 ' à 3 weken wordt tijdelijk een hoog aantal E. coli in de caecuminhoud geteld). De intestinale flora bestaat bijna uitsluitend uit Gram-negatieve strikte anaeroben (Bacteroides spp.). De oorzaak hiervan is een remmende werking van de aanwezige vluchtige vetzuren, bij de normaal licht zure pH van de caecuminhoud. Wanneer deze pH stijgt, als gevolg van spijsverteringsstoornissen van om het even welke oorsprong (bijvoorbeeld coccidiose) valt deze remmende werking weg en vindt men wel coli's. Dus een verhoogd E. coli aantal ( > 10 3 /g caecuminhoud) is nog geen bewijs voor colidiarree.

 

Oppakken

 

Het is heel belangrijk dat konijnen rustig worden benaderd en opgepakt. Bij het oppakken moeten de achterpoten ondersteund worden. Dit is zo belangrijk omdat konijnen bij schrikken of spartelen, door hun zeer krachtige rugspieren, hun rug kunnen breken of kneuzen!

U kunt het beste beginnen met de dieren te aaien over de kop. Vermijd uw handen aan te bieden aan het konijn zoals u zou doen bij een hond of kat omdat dit een aanval kan uitlokken.

Een konijn dat nog niet handtam is kunt u oppakken bij het losse rugvel (nooit bij de oren !!) waarbij u de achterpoten ondersteunt. Om het dier enkele meters te verplaatsen, wordt het gewoon horizontaal op de tegen het lichaam gehouden onderarm geplaatst en tegen het lichaam gedrukt. De kop van het dier wordt hierbij tegen de elleboogplooi gehouden.

Een handtam konijn kan opgetild worden door de rechterhand te plaatsen langs de rechterzijde van het dier, en vervolgens de rechterhand te plaatsen onder de borst van het dier. Dan kunt u met de linkerhand de achterhand ondersteunen wanneer u het dier gaat optillen. Denk eraan het dier altijd dicht tegen het lichaam te houden wat het diertje een veilig gevoel geeft.

 

Gedrag van het tamme konijn

 

Vele eigenaardigheden in het gedrag van tamme konijnen kunnen verklaard worden door de psychologie van de wilde soortgenoten. Een wild konijn leeft in groepen (kolonies), met een duidelijke rangorde zowel onder de rammetjes als onder de voedsters. De rammetjes hebben elk een vast wijfje; deze die bovenaan in de hiërarchie staan hebben daarnaast dikwijls nog een maîtresse De gangen worden gegraven door drachtige wijfjes, om er hun nest te bouwen. Dit verklaart negatieve ervaringen met koloniekweek (één ram voor een tiental voedsters): ten eerste zullen de wijfjes die moeten werpen vechten voor dezelfde nestgelegenheid, en ten tweede kiest de ram zich enkele voedsters en wordt de rest niet gedekt.

Zindelijkheid : gewoonlijk is een konijn zeer zindelijk en deponeert zijn keuteltjes en urine steeds op dezelfde plaats. Volwassen rammen echter markeren hun territorium door op bepaalde punten met de kin tegenaan te wrijven (onderaan de kin zitten kliertjes die een geurende stof afscheiden) en door het verspreid deponeren van sterk ruikende keuteltjes.

Graven van gangen: dit kan hinderlijk zijn bij konijnen die vrij rondlopen in de tuin. Om ontsnappen te voorkomen moet de tuin afgegrensd zijn door betonplaten of dichte traliedraad tot 30 cm onder de grond. Alleen wijfjes graven echte diepe gangen.

Het tam maken gaat gewoonlijk nogal vlot, bij sommige rassen lukt het echter beter dan bij anderen en er zijn ook grote individuele verschillen. Dwergkonijntjes zijn nerveus en kunnen soms agressief zijn. Hangoorkonijnen zijn nogal loom en dikwijls gemakkelijk handtam te maken. Wilde konijnen en kruisingen van tamme en wilde konijnen zijn niet te temmen; het is zelfs praktisch onmogelijk ze in een afgesloten ruimte te houden. Konijnen kunnen met allerlei dieren in één ruimte samengehouden worden, voor zover deze andere dieren zich daartoe lenen (bvb. Honden). Met cavia's zijn er zeker geen problemen.

Twee konijnen samen in één kooi kunnen wel problemen geven. De gevechten kunnen leiden tot mutilatie, vooral aan kop en oren, en ook tot castratie (mannelijke dieren onderling of vrouwelijke bij mannelijke). Preventieve castratie van de mannetjes sluit niet uit dat het toch tot gevechten kan komen. Sommige rassen, voornamelijk de Witte Nieuw Zeelander, zijn veel minder agressief tegen soortgenoten dan andere rassen.

Alarmsignalen. Wanneer er gevaar dreigt zal een wild konijn zijn soortgenoten verwittigen door hard met de achterpoten op de grond te slaan. Hetzelfde doet zich voor in konijnenstallen, wanneer er een vreemde persoon binnenkomt bijvoorbeeld ; het ene konijn na het andere slaat alarm. Een dier in doodsangst schreeuwt, wat een door merg en been dringend geluid voortbrengt. Als reactie daarop houden alle konijnen die dit gegil horen zich muisstil. Ook konijnen in ademnood kunnen schreeuwen op dezelfde manier (bij pneumonie bvb.)
De typische uiting van pijn is knarsetanden.

 

Lichaamstaal , of hoe zeg ik het mijn baas

 

Grollen : Jij doet iets, wat ik helemaal niet leuk vind.

Lichtjes wiegen met de kop. Ik ben een albino en zie niet goed, mag ik a u b mijn beeld focussen

Luid gillen - Pijn, maar ook doodsangst. Kleine babykonijntjes durven wel eens gillen als ze voor het eerst worden opgepakt.

Zachtjes fluiten - Laat me met rust

Zacht blazen - Pas op Meneertje, je werkt op mijn humeur. Ik ga aanvallen...

Brommen - Ja, nu ben ik goed kwaad en moet dus wel aanvallen.

Tandenknarsen - Hevige pijn

Lusteloos- Ook hevige pijn of flink ziek

Zachte maalgeluidjes tijdens het knuffelen - Hé dat is lekker, doe zo voort

Met z'n neus porren - Bewijs van sympathie : jou mag ik wel, jij bent een lieverd

Likken - Voor zweet, lekker zout

Met z'n kop stoten - Laat me toch met rust.

Aan z'n etensbak trekken - Honger!!! Waar blijft mijn eten

In je vinger bijten bij voeden - "Schiet nou eens op!!!" Wat kan jij treuzelen.

Graven - Ze willen een holletje graven. Dit is typisch voor voedsters die in de natuur instaan voor de huisvesting. Emancipatie? Vergeet het. Het zijn de dames die werken

Met achterpoten stampen - Andere konijnen waarschuwen voor gevaar.

Op z'n achterpoten gaan staan - Alert en nieuwsgierig

Met z'n oren slaan - Blijheid

Plat op de grond liggen - Hij voelt zich prettig en rust uit.

Pootjes onder z'n lichaam trekken - Hij is gestoord in z'n situatie (klaar om weg te springen)

Gespannen houding - Klaar om aan te vallen

Met z'n onderkin ergens overheen wrijven - Territorium afzetten

Rollen op de rug of zijden - Bijzonder welbehagen

Overal keutels deponeren: Visitekaartje achterlaten voor soortgenoten: ik was hier eerst. Dus ook afbakening van territorium.

Urine sproeien - Territorium markeren.

 

Konijnen samenbrengen :een niet te onderschatten opgave.

 

Van konijnen wordt gezegd dat het sociale dieren zijn en dus gaat een goedmenende eigenaar ervan uit dat een konijn alleen in een kooi zielig is. Hij wil zijn troeteldier dan ook een pleziertje doen en beslist na enige tijd een vriendje voor hem aan te schaffen. Dit loopt bijna altijd uit op een teleurstelling!
Een konijn is enorm territoriumbewust en duldt op het kleine plekje dat het het zijne noemt geen indringer. Het nieuwe konijn wordt verstoten en omdat het niet vluchten kan aangevallen en lelijk verwond!

Wil men echt 2 konijnen in hetzelfde hok gaan samenhouden dan kan men best 2 jonge voedsters nemen. Uit hetzelfde nest of niet speelt geen rol zoalang ze maar beide op hetzelfde ogenblik samen in een volledig vreemd hok worden gezet.

Men kan ervan uitgaan dat 2 rammen op dezelfde manier samenbrengen in de meeste gevallen op een drama zal eindigen. Het gebeurt dat 2 rammen, die nooit de nabijheid van een voedster gevoeld of geroken hebben, hun leven samen slijten zonder vechten, maar het is veel veiliger hier niet op te hopen. Twee rammen zullen vroeg of laat beginnen vechten en daarbij kan de zwakste het leven laten.
Zelfs na castratie blijft het mogelijk dat 2 rammen in het zelfde hok zullen vechten.. Geen enkele dierenarts die u het tegendeel zal willen garanderen!

En andere mogelijkheid is het samenhouden van een voedster met een gecastreerde ram, op voorwaarde dat de voedster in het hok van de ram wordt gebracht en niet omgekeerd.

Een vruchtbaar koppel samenhouden is dierenmishandeling, zelfs als de jongen zouden gewenst zijn. Een gedekte voedster duldt geen ram in haar nabijheid, wat dus garant staat voor een maandje stevige ruzie. De voedster wordt wel onmiddellijk na de bevalling opnieuw gedekt, wat zowel voor de voedster als voor de jongen erg belastend is. De voedster is dragend en zogend, wat voor haar organisme een zeer zware belasting is en de jongen zullen te vroeg op eigen benen moeten staan. Dit leidt tot hoge sterfte bij de jongen en ook de moeder zal op deze manier geen lang leven beschoren zijn.

Heeft men al een konijn en wil men toch absoluut een tweede erbij, dan kunnen de dieren het best met elkaar kennismaken op volkomen neutraal terrein. Toezicht zal altijd nodig zijn en het is aan de eigenaar om te beslissen wanneer de dieren zover zijn dat ze veilig samen in hetzelfde hok kunnen verblijven.

 

Agressie bij konijnen

 

Konijnen zien er schattig uit, hun aaibaarheidsfactor lijkt zo hoog, dat niemand er bij stilstaat dat schijn wel eens kan bedriegen.

Van nature uit zijn konijnen helemaal niet agressief. Het zijn prooidieren en dus zullen ze meestal de weg van de minste weerstand kiezen en vluchten bij gevaar. Zich verweren gebeurt slechts als de vlucht uitgesloten is.

Agressie is zelden aangeboren, hoewel het een factor is waar men rekening mee kan houden. Zo is bij fokkers algemeen bekend dat witte dieren met blauwe ogen niet vrij te pleiten zijn van een vaak wel erg levendig temperament. Het is beter met deze dieren, als men ze niet kent, enige voorzichtigheid aan de dag te leggen, voor ze, bij wijze van spreken, aan je vingers blijven hangen. De agressie die men bij deze leucistische dieren, zoals men deze groep noemt, aantreft is echter heel vaak stamgebonden. Ook epilepsie komt veel voor in sommige van deze stammen. Een fokker kan er dus rekening mee houden en vooral agresssieve voedsters uitsluiten voor de fok.

Voor de leek goed om weten is dat rammen vaak veel lievere en vriendelijker dieren zijn en blijven dan voedsters.

Men moet bij agressieve konijnen een onderscheid maken tussen :

  • zich vergissen (konijnen zien niet zo heel scherp van dichtbij en kunnen dus niet altijd de grens leggen waar het hapje begint en je vinger eindigt),
  • zijn territorium verdedigen
  • geslachtsdrift
  • pure agressie. 

Het eerste buiten beschouwing gelaten is agressie steeds een uiting van angst. Dit moet men steeds goed voor ogen houden. Straffen heeft geen enkele zin, het konijn reageert in paniek en straf zal zijn idee, dat jij niet te vertrouwen bent, alleen maar versterken. Je kan het intellect van een konijn niet vergelijken met dat van hond of kat, die wel een onderscheid kunnen maken tussen wat mag van die rare mensen en wat niet. Hoewel sommige konijnen (al of niet terecht) een hekel kunnen krijgen aan één bepaalde persoon is agressie nooit persoonlijk bedoeld.

Het is het gestoord gedragspatroon van een meestal meer dan gemiddeld intelligent dier, dat ergens op zijn levenspad een traumatische ervaring heeft meegemaakt en sindsdien doodsbang is geworden.

Het eerste geval, de vergissing
Dit gaan we dus bedekken met de mantel der liefde. We kunnen natuurlijk een beetje voorzichter zijn door het aangereikte hapje wat groter te maken of het bij hem neer te leggen in plaats van het uit de hand te willen voeren.

Tweede geval: bescherming van het territorium.
Mijn ondervinding heeft mij geleerd dat hier de meeste problemen kunnen beginnen. Stel je het volgende voor: Mijnheertje konijn is heel erg hongerig en ziet je aankomen. Maar jij bent zo ongelooflijk traag. Eerst het gemorrel om die kooi open te krijgen en dan, in de plaats van het zo fel begeerde eten, een hand zo maar in ZIJN kooi, ZONDER eten, op weg om zijn voederbakje te STELEN. Het konijn kan natuurlijk niet weten dat jij dat bakje alleen maar wil pakken om het even schoon te maken en opnieuw te vullen. Nee, het weet alleen dat er wordt binnengedrongen op zijn territorium en dat wat er gebeurt niet strookt met zijn verwachtingspatroon. Geloof me, veel konijnen worden op deze manier agressief gemaakt. Een heel goed en eenvoudig middel hiertegen is een voederbakje dat je aan de draad van het hokdeurtje kunt vastmaken zodat je met je hand niet meer in het hok moet graaien als het voedertijd is. Het is heel dikwijls zo dat een konijn alleen grolt of bijt op dit moment van de dag en dat het voor de rest van de dag gewoon een lieverdje is.

Sommige konijnen zullen echter nooit verdragen dat je in hun kooi komt om hen te aaien of eruit te tillen. Ga dan eens na of hij dezelfde dingen nog erg vindt nadat hij zelf uit het hok is kunnen komen en nu dus op wat neutraler terrein rondloopt. De kans is heel erg groot dat je hem nu wel mag aanhalen. Mocht je een beetje bang geworden zijn draag dan handschoenen. Toon nooit je angst, toon nooit dat je hem eigenlijk niet meer durft te pakken. Moet je hem hebben, handschoenen aan en met één beweging je hand op zijn schouders zetten, hem een beetje neerduwen (jij bent baas, dat mag hij best weten), met je andere hand zijn achterlijf ondersteunen en hups pakken maar. Nooit aarzelen, doen! Anders maak je de dingen alleen maar erger.

Derde geval: geslachtsdrift.
Hoewel rammen in de regel vriendelijker dieren zijn dan voedsters, kunnen ze humeurig worden wanneer ze niet kunnen leven zoals de natuur voorschrijft. Een mogelijkheid die zich dan stelt is castratie. Meestal krijg je een vriendelijker en handzamer dier terug.
Bij voedsters moet men een onderscheid maken tussen drachtige en zogende dieren en de anderen. Een voedster die haar jongen verdedigt is een goede moeder en geen agressief dier. Voedsters die nooit een nestje krijgen kunnen wel erg humeurige dieren worden. Ook hier zou men als één en ander uit de hand loopt sterilisatie kunnen overwegen.

Vierde geval: de onvervalste agressie: konijn op oorlogspad!
Het gebeurt gelukkig zelden, maar soms maken ze het wel echt bont. Ze bijten en ze menen het, ze laten je niet meer los. Pitbull bunny, here I come. Ze bijten niet alleen hard, ze zijn ook heel snel en kunnen je werkelijk angst aanjagen. Dit zijn dieren die geleden hebben en juist daarom een tweede kans verdienen. Draag laarzen, draag handschoenen, bescherm je gezicht. En maak voor jezelf de balans op of je deze situatie wel aankunt en aanwil.
Konijnen denken in patronen. Alleen wij mensen kunnen deze patronen veranderen.
Zoals reeds eerder gezegd, met straffen maak je het alleen maar erger. Blijf vriendelijk, spreek hem altijd zachtjes toe. Liefde kan wonderen doen, behandel hem met respect en met kalmte, blijf zeggen dat hij het liefste is dat je ooit is overkomen, forceer niets, ga die situaties uit de weg die hem woest maken en tracht met lekkere hapjes en lieve woordjes zijn wantrouwen weg te werken. Als je erin slaagt om het vertrouwen van deze bangerds te winnen is de voldoening niet te beschrijven. Laat zijn agressie alleen maar op jouw liefde botsen. Langzaam maar zeker zal hij ontdooien en uiteindelijk reageren zoals in zijn echte natuur ligt, met een nieuwsgierig likje en een vriendelijke por tegen je hand.

Een gouden regel in de omgang met dieren is om hen zelf het tempo te laten aangeven. Probeer te achterhalen welke bewegingen en welke momenten agressie uitlokken, analyseer deze gevallen en probeer ze te vermijden. Blijf altijd kalm, word nooit boos, weet dat jij de enige bent die iets aan de situatie kan veranderen. Het konijn is wat hij is. Hij heeft geleerd dat mensen niet te vertrouwen zijn. Leer hem met liefde en geduld dat hij ongelijk heeft.
Dit vraagt geduld en vooral zelfbeheersing.

 

Wat mensen en kinderen wel eens vergeten.

 

Konijnen zijn nachtdieren. In de late avond en de nacht zijn ze het actiefst. De wereld is dan op zijn rustigst en er is weing geluid. Overdag ligt het wilde konijn in zijn hol te slapen, veilig onder de grond.
Het tamme konijn heeft veelal nog datzelfde levenspatroon. Overdag doen ze korte dutjes en houden er niet van om steeds te worden wakker gemaakt of te worden opgeschrikt door harde en onverwachte geluiden. Slaaptekort maakt humeurig en plotse geluiden zijn gevaarpieken waar met angst of met agressie op wordt gereageerd.

 

Zindelijk maken van konijnen.

 

Konijnen zijn, net als katten, zeer zindelijk. Ze wassen zich zelfs nog meer! In hun hok zullen de meeste konijnen dan ook hun toilethoek hebben.
Sommige factoren doorkruisen dit gedrag.

  • Een vruchtbare ram zal zijn territorium afbakenen door urine te sproeien.
  • Ram en voedster zullen op onbekend terrein een spoor van keuteltjes achterlaten. Hun visitekaartje, zeg maar. "Hallo, iedereen, ook wij zijn hier geweest".

Sommige konijnen drinken meer dan het gemiddelde, wat meestal aan hun hok te zien is. Vaker schoonmaken is hier de enige oplossing.

Je kan een bakje plaatsen in de toilethoek zodat je dit dagelijks kan schoonmaken, wat uiteindelijk werkbesparend is en voor een betere hygiene zorgt.

 

Speelgoed

 

Speelgoed kan belangrijk zijn in het leven van een konijn. Het geeft hen een mentale en fysieke stimulatie. Vooraleer je speelgoed geeft aan je konijn geeft moet je nagaan of het van niet-toxisch materiaal gemaakt is. Sommige konijnen spelen met het speelgoedje, maar de meeste zullen er op kauwen. Wees erg voorzichtig met wat je geeft en pas op met plastic. Dat hoort helemaal niet thuis in het buikje van je konijn.

Voorbeelden:

  • Kim en Noesie met hun knaagbal
  • tinnen blikjes zonder scherpe randen
  • golfballen (niet te klein)
  • kartonnen dozen
  • takken
  • ballen in draad met een belletje erin
  • papieren zak
  • telefoonboek
  • houten blokken
  • sleutelrring met sleutels
  • zwart-wit krantenpapier
  • houten nestkastje waarop ze kunnen springen
  • Babyspeelgoed

 

Vervoer

 

Voor vervoer naar bijvoorbeeld de dierenarts, of als het konijn mee moet naar een logeeradres, is het belangrijk dat een stevig en veilig vervoersobject gebruikt wordt. Een kartonnen doos is af te raden, een konijn los mee in de auto is helemaal gevaarlijk. Een veilige transportkooi is een kooi die voor katten gebruikt wordt. Een plastic kooi is beter dan een rieten kooi. Hiernaast wat voorbeelden van veilig transport.

Om te voorkomen dat Pluisje het te koud krijgt wikkel ik haar in een handdoek (50 x 100 cm). Ik leg de handdoek neer en zet haar er in het midden op. Vervolgens sla ik de ene helft van de handdoek over haar heen en stop deze onder haar lijfje. Hetzelfde doe ik met de andere helft. Als je je konijn goed stevig erin wikkelt met pootjes en al, dan komt ze er niet gemakkelijk uit. Ik zet haar dan met handdoek en al in de kattenbox, waar ik ook nog een dubbelgevouwen handdoek op de bodem heb gelegd. Op deze manier is het ook gemakkelijk het konijn bij de dierenarts weer uit de box te halen. En heeft ze tegelijkertijd haar eigen handdoek op de behandeltafel om op te zitten.

Opmerking : Als het buiten guur weer is, waait de wind nogal door de spleten in de zijkanten. Beter is de kooi dan aan de buitenkant af te dekken met een deken o.d.