×

Naar de Dierenarts

 

Een bezoek aan de dierenarts kan om allerlei redenen:Enkele ervan:

 

Gezondheidscontrole bij aankoop pup-bij ziekte, radiografie of bloedonderzoek

 

Meer informatie staat in het hoofdstuk "aankoop"

 

Jaarlijks algemeen nazicht en vaccinatie

 

Het is raadzaam om je troeteldier jaarlijks te laten controleren op allerlei zichtbare en verborgen kwaaltjes. Het tijdig opsporen en behandelen van aandoeningen kan je dier veel narigheid en leed besparen. Een ziekte die tijdig vastgesteld wordt is ook sneller genezen. Als je tijdig aan de behandeling begint is het kostenplaatje ook aanzienlijk minder dan als er maar laatijdig wordt ingegrepen. En sommige aandoeningen zijn irreversiebel, dit wil zeggen dat er vanaf een bepaald stadium geen terugweg meer is. Dan is het wel nodig om op tijd te behandelen en de kwaal te stoppen.

Het jaarlijks nazicht kan ook gecombineerd worden met de jaarlijkse spuitjes tegen Hondeziekte(Carré), Katteziekte(Parvo), Rattenplaag(Lepto), Kennelhoest en Leverontsteking(Hepatitis). Gaat je dier naar de Ardennen of het buitenland dan kan ook een vaccinatie tegen Hondsdolheid gegeven worden, én ingevuld in je Europees Paspoort.

Het jaarlijks bezoek kan ook aangrepen worden om allerlei vragen te stellen. Mocht je de mogelijkheid hebben om op afspraak te komen, dan kan er meer tijd voorzien worden dan tijdens de vaste consultaties. Een consultatie na afspraak kost je dan ook niet meer dan tijdens de vaste consultatie.

 

Wanneer moet u ZEKER naar de dierenarts!

 

Bij ziekte, radiografie of bloedonderzoek.
Uiteraard kan je een volledig onderzoek laten doen bij ziekte, dat spreekt voor zich. Dit onderzoek kan uitgebreid worden met een radiografie of echografie wat de dierenarts een kijk geeft inwendig. Ook een bloedonderzoek geeft meer inzicht in de stofwisseling van de organen. Het geeft aanvullende informatie over dingen die op radiografie of echografie niet zichtbaar zijn.

 

Operatieve ingreep

 

De operatiepatiënt
Wie een huisdier heeft, krijgt soms te maken met het feit dat het dier op de operatietafel moet. Je zult dit mogelijks wel een keer meemaken, al was het alleen maar om een bijtwonde te hechten of iets dergelijks. Maar er kunnen meerdere redenen voor een operatie zijn.
DRIE TYPEN OPERATIE

  • De meest frequent uitgevoerde operatie is die van castratie(REU) en sterilisatie(TEEF). Deze gebeurt bij klinisch gezonde dieren.
  • Andere operaties dienen ter genezing van zieke dieren .Frequent voorkomende operaties zijn: het verwijderen van de melkkieren bij borstkankers, het verwijderen van huidtumoren en tumoren in het algemeen; het wegnemen van de baarmoeder bij baarmoederontsteking (pyometra); hetspoelen van abcessen,... Bij jonge dieren zij er vooral darmoperaties, namelijk in verband met het verwijderen van ingeslikte 'vreemde voorwerpen' (balletjes, noten, speeltjes enzovoort). Verder: oog(lid)operaties, tandproblemen, orthopedische correcties enzovoort.
  • Ten slotte is er het derde type operatie: de chirurgische behandeling van ongelukken en spoedgevallen . Te denken valt hierbij aan: gebroken botten, diepe huidwonden enzovoort.

ANESTHESIE (VERDOVING)
Om welk type operatie het ook gaat: de hond moet steeds in anesthesie, en juist dit onderdeel van de operatie jaagt menig hondeneigenaar schrik aan.

Nochtans is de kennis van anesthesie (dat wil zeggen: omtrent toegepaste produkten en methoden) de laatste jaren enorm toegenomen en is de begeleiding van de slapende patiënt heel intensief geworden. Daarbij kan gebruikgemaakt worden van monitoring van hartslag en ademhaling, warmte, toediening van vocht via infuus, enzovoort. Het gevolg hiervan is dat operatierisico tot een minimum wordt beperkt.

Tot een minimum, want sterfte kan in uitzonderlijke gevallen voorkomen - net zoals bij humaan chirurgisch optreden. Zo kan een dier allergisch reageren op een van de gebruikte anesthesieprodukten, of als de algemene toestand van het dier al slecht was bij aanvang van de spoedoperatie kan het lichaam het soms opgeven, enzovoort. Maar toch is het aantal sterften tijdens of direct na operatie flink gedaald gedurende het laatste decennium door betere medicatie en opvolging.

Bij langdurige of delicate operaties wordt dan ook gebruikgemaakt van gasanesthesie. Na de voorbereidende prikken, met als doel de hond te kalmeren en zijn lichaamsfuncties te ondersteunen, wordt soms een tube in zijn luchtpijp gebracht en wordt hij aan het gas gelegd. Dit gas bestaat uit een bepaald mengsel van zuurstof, lachgas of halothaan. De toevoer ervan is zeer nauwkeurig te regelen, zodat de patiënt nooit te diep in slaap geraakt, en ten allen tijde kan worden ontwaakt.

Andere vormen van verdoving gebeuren met inspuitbare verdovingsmiddelen. Hier zijn de laatste jaren de beste verbeteringen gebeurd. Het voordeel is dat de kostprijs niet te hoog oploopt, het nadeel is dat de diepte van de anesthesie minder te regelen is en de stoffen veel langer in het lichaam blijven.

Bij routine-ingrepen gebruikt de dierenarts de inspuitbare middelen. Er bestaat een aantal produkten die zeer efficiënt en zeer veilig werken. Maar welke methode ook gebruikt wordt, het is vooral de ervaring van de anesthesist met het toegepaste produkt die van groot belang is.

BEGELEIDING VAN DE OPERATIEPATIENT
De begeleiding van de hond voor de operatie is minstens zo belangrijk voor een goed verloop als de ingreep zelf. Dit ligt voor een groot deel in handen van de eigenaar, wanneer het althans niet om spoedgevallen gaat. Die zorg begint al bij het afspreken van de operatie. De dierenarts wijst u er op dat uw dier vanaf ongeveer 12 uur voor de operatie niet meer mag eten. De reden hiervoor is dat het dier door de narcose kan gaan braken en dan bestaat het risico dat hij zich kan verslikken en voedseldelen inademt tijdens de operatie. Drinken mag wel tot een uur voor de operatie, soms ook niet. Dat hangt van de aard van de operatie af.
De richtlijnen van de dierenarts moeten dan ook nauwkeurig worden opgevolgd.

Zorg ervoor dat het dier proper is en parasietvrij, met andere woorden: vlo-vrij, en ontworm hem een weekje van tevoren. De vaccinaties moeten in orde zijn (dus maximaal één jaar oud).

Specifieke maatregelen moeten worden getroffen voor de operatie van suikerzieke patiënten en epilepsie-lijders. Suikerzieke honden moeten vasten, maar mogen die dag ook geen insulineprik krijgen. Epilepsielijders moeten hun medicatie verder nemen, en zijn gevoelig voor bepaalde anesthesieprodukten. Daarom kun je best aan de dierenarts extra melden dat je dier epileptisch is.

De voorbereiding van de patiënt: Nadat uw dier onder narcose is gebracht wordt indien nodig de bewakingsapparatuur aangesloten. Ook kan er nu een I.V. infuus (d.w.z. rechtstreeks in de bloedbaan) worden aangebracht indien nodig waardoor het mogelijk is om tijdens de operatie vocht en medicamenten toe te dienen.


De voorbereiding van de operatieplaats: Daarna wordt de plaats van de operatie voorbereid. Dit houdt in dat de betreffende plek ruim wordt geschoren en gedesinfecteerd om te voorkomen dat er tijdens de operatie wondbesmetting kan optreden. Het hele dier wordt hierna afgedekt met een steriele doek waarin een opening wordt gemaakt op de plek waar de operatie zal plaats vinden.

De operatie zelf kan beginnen eens de voorbereiding klaar is. De huidsnede wordt gemaakt met een scalpel. Dan volgt de operatie.
Alle hechtmaterialen die binnen in het dier gebruikt worden zijn de meest moderne oplosbare hechtmaterialen die ook bij mensen gebruikt worden. Soms wordt de huid hiermee gesloten (onderhuids); dan kun je de hechtingen niet zien en hoeven ze ook niet verwijderd te worden.

Als er wel hechtingen uitwendig zichtbaar zijn dienen ze er na 10 tot 14 dagen best uitgehaald te worden. Sommige hechtingen mogen in de huid blijven zitten en verdwijnen vanzelf na een 4-tal weken. De dierenarts zal je dat zeker meedelen.

Na de operatie wordt indien wenselijk en mogelijk een passend verband gezet om de wonde te beschermen tegen likken en bijten. Op sommige plaatsen is het echter onmogelijk om een verband te plaatsen. Het dier mag de wonde in geen geval kunnen bereiken! Indien er geen verband kan geplaatst worden, wordt er een kraag rond de nek van het dier geplaatst. Dit om te voorkomen dat hij met zijn tong de wonde kan bereiken. Het overmatig likken van de wonde geeft irritatie met roodheid en zwelling tot gevolg, en kan ook een infektie veroorzaken in de operatiewonde. Het mondslijmvlies van vlees-eters bevat een massa bakteriën die niet zo gezond zijn voor een verse wonde, wat de volksmond ook zegt over "een hond geneest zelf zijn wonden": het is allemaal onzin.

Na de operatie houdt de dierenarts de patiënt meestal in hospitalisatie of recovery (zeker wanneer het een risicogeval betreft). Net zolang tot het voldoende wakker is om naar huis te gaan. Dit wordt gedaan uit voorzorg. Immers, voor de eigenaar is het nogal een zware taak om het dier te begeleiden: vaak braakt het dier na verdoving, laat de urine of feces lopen. Bovendien kan de hond tijdens het wakker worden uit de verdoving wat vreemd reageren, zodat de dierenarts vaak voor niets ongerust door de eigenaar wordt gebeld, omdat deze denkt dat er iets misgaat. Wanneer het dier toch te vroeg naar huis gaat, en er gaat werkelijk iets mis, dan verliest je heel veel tijd om met het dier terug naar de dierenarts te rijden voor de nodige zorg. Was het dier wat langer bij de dierenarts gebleven voor de recovery dan was al die heisa niet nodig.

Samengevat kunt u het volgende bij mij verwachten bij een operatie:

  • u blijft bij uw hond totdat hij slaapt.
  • wij geven vóór de operatie al pijnstillende middelen, niet alleen narcose.
  • wij gebruiken altijd een infuus indien het nodig is, wat lang niet altijd zo is.
  • na de operatie liggen zij op verwarmde matten in de aparte recovery onder toeziend oog van ons.
  • wij gebruiken uitsluitend hoogwaardige, moderne (hecht)materialen en medicijnen.
  • de instrumenten worden volgens de nieuwste normen steriel gemaakt in de sterilisator.
  • wij verzorgen uw huisgenoot alsof het ons eigen huisdier is.
  • de patiënt gaat lopend mee naar huis, dus normaal verlaat geen enkel dier de praktijk zonder dat hij volledig ontwaakt is.
  • het spreekt voor zich dat wij beschikken over een aparte recovery (uitslaapruimte).

Kortom, wij durven te stellen dat wij een prima eerstelijns diergeneeskunde bieden.

Onnodig om te vertellen dat wij al deze voorzorgsmaatregelen natuurlijk ook bij alle operaties toepassen.

U ziet, er komt bij een operatie meer kijken dan u op het eerste gezicht denkt. Daarom is het niet verstandig om verschillende praktijken en klinieken alleen qua prijs te vergelijken. Voor de patiënt is het veel belangrijker om te weten hoe en met welke voorzorgsmiddelen er gewerkt wordt, en of het personeel goed op zijn taak is voorbereid. Dàt zijn de belangrijke punten waarop u praktijken dient te vergelijken.

Terug thuisgekomen moet het dier in een warme en rustige omgeving worden gehouden. Tenzij anders voorgeschreven (zoals bijvoorbeeld na een maag-darmoperatie) mag het dier kleine hoeveelheden water drinken, zo'n achttal uren na de operatie. Eten wordt verstrekt, weerom in kleine hoeveelheden, zo'n 8 tot 24 uur erna.

Ondanks het feit dat het dier er vrij wakker uitziet, heeft het nog niet al haar reflexen terug. Daarom moet je poezen minstens twee dagen binnenhouden. Het zou niet de eerste hond of poes zijn die net na een verdoving onder een auto loopt of een sprong doet met slechte afloop, omdat de reflexen nog niet de oude zijn. Dus zijt waakzaam en voorzichtig.

Als uw dier nog slaperig is kunt u hem het beste een warm en rustig plekje geven. Een kat die erg onrustig is kunt u het beste in zijn vervoerskooitje in een rustige, wat donkere ruimte laten zitten tot de onrust verdwenen is.

De oogleden kunnen wat vettig zijn van de oogzalf die tijdens de narcose in de ogen is aangebracht om uitdroging van het hoornvlies tegen te gaan.

Waar dient u op te letten

  • Uw hond of kat mag niet gaan braken ( een enkele keer 's avonds de eerste dag is geen enkel probleem).
  • De operatiewonde mag niet nabloeden (een paar druppels bloed is niet erg).
  • De eerste dag na de operatie moet hij weer willen drinken.
  • De tweede dag na de operatie moet hij weer willen eten.
  • Uw dier mag niet aan de wonde likken of bijten.
  • Mag geen koorts krijgen en de wonde moet er netjes blijven uitzien.

Voedsel
Wij adviseren om uw dier na afloop van de operatie de eerste 8 uur geen eten te geven en daarna te beginnen met kleine hoeveelheden verdeeld over de dag. De eerste dag na de operatie +/- de helft van de normale hoeveelheid. Vanaf de derde dag gaat alles weer normaal. Geeft u te snel of te veel voedsel dan kan het dier misselijk worden en gaan braken, waardoor de conditie fel zal verslechteren!

Drinken
Drinken mag uw dier ook niet direkt na thuiskomst ,maar ook pas een 8-tal uur na de operatie, en ook dan geldt weer: met kleine beetjes.

Medicamenten
Als u medicijnen meekrijgt staat het gebruik en de dosering op de verpakking . Vaak hoeft u daar pas een dag na de operatie mee te beginnen. Soms een pijnstiller de avond na de operatie.

Het verband of de kap
Om te voorkomen dat de hond of kat aan de wonde gaat likken of bijten (de hechtingen kunnen gaan jeuken) wordt er meestal een verband geplaatst, soms een kap meegegeven. Het is de bedoeling dat uw dier dat verband( of kap) de eerste dagen dag-en-nacht omhoudt. Het verband moet aan blijven zolang als de dierenarts het nodig acht. Begin de kap maar pas af te doen als u op het dier kunt letten, bijvoorbeeld als u 's avonds voor de TV zit. N.B.:de kap die u meekrijgt is in bruikleen. Je kan hem houden zolang het nodig is voor de genezing van de operatie. Je kan hem terugbrengen als alles achter de rug is. Indien hij niet teveel beschadigd is kan je hem(schoongemaakt) tijdens de nacontrole van de operatie teruggeven. Is hij teveel beschadigd om nadien nog aan andere mensen mee te geven, dan wordt je de kostprijs aangerekend.

Bij poezen wordt op kleine operatiewondjes geen verband gezet als de poes een buitenbeloop heeft omdat bij het buitenkomen het verband nat zou worden, wat de wondgenezing niet ten goede komt.

Het uitlaten
Uw hond de eerste dagen na de operatie uitsluitend aan de lijn uitlaten, wel regelmatig maar niet te lang achter elkaar. Probeer springen en spelen zoveel mogelijk te voorkomen. Katten bij voorkeur 2 tot 3 dagen binnen houden.

Controle
Na 10 dagen(soms vroeger als het nodig is-de dierenarts vertelt het je wel) dient u terug te komen; de huidhechtingen worden dan verwijderd en de operatiewonde wordt gecontroleerd.  Voor de meeste ingrepen geldt dat uw dier zeer spoedig herstelt en dat u misschien zelfs al na enkele dagen niet meer kunt merken dat uw dier geopereerd is.

Tenslotte, mocht u iets niet vertrouwen, neem dan contact op met mij !!!

 

Ophalen medicatie of dieetvoeding

 

De klanten kunnen bij mij ook medicatie komen afhalen voor de behandeling van hun dieren. Als voorbeeld denk ik aan ontwormprodukten. Hier is een nieuw gamma produkten op de markt gekomen die zeer gebruiksvriendelijk is en graag door je dier wordt opgenomen zodat dat al een lastige karwei gespaard is. De apoteker is niet altijd op de hoogte van de nieuwste produkten, en soms worden nog middelen meegegeven die 2X daags gedurende 5 dagen moeten worden gegeven, terwijl het gemakkelijker kan in één inname.

Ook moeten bijvoorbeeld sommige dieren gans hun leven medicatie voor het hart of voor arthrose nemen. Die produkten kunnen dan ook tussen de consultaties opgehaald worden zonder je beurt af te wachten, of na afspraak overdag. Hetzelfde met de speciale voeders. Het gamma speciale voeding is zeer uitgebreid. Zo bestaan er speciale voedingen die ondersteunend werken bij suikerziekte, lever- en nieraandoeningen, spijsverteringsproblemen, arthrose, overgewicht, urineweginfekties en nier- en blaasstenen. Verder is er een voeding voor de oudere honden met hersenveroudering, enz. De speciale voeders moeten onder toezicht van een dierenarts voorgeschreven worden. Een verkeerde aanwending van zo'n voeding zou meer kwaad dan goed doen. Daarom zijn ze ook enkel via de dierenarts verkrijgbaar.

Het ophalen van medicatie en voeding kan overdag na afspraak en s'avonds bij het begin van de raadpleging of je kan het ook vragen tussen twee consultaties door.

 

Bij urgentie of ongeval

 

Sommige tussenkomsten van de dierenarts zijn dringend. Zo kan uw dier iets ernstig overkomen zoals een aanrijding door een wagen, of een beenbreuk na een val, of het kan door een ander dier ernstig gebeten worden en dringend aan verzorging toe zijn. Voor al deze zaken kan je uiteraard op de dierenarts beroep doen. Je moet er dan wel zeker van zijn dat hij beschikbaar is. Hij kan immers bezig zijn met iets anders en niet onmiddelijk bereikbaar. Daarom bel je in dringende gevallen best eens naar de dierenarts om er zeker van te zijn dat je dadelijk geholpen kunt worden. Zoniet kan je een andere dierenarts zoeken die je wel onmiddellijk kan helpen. Het is bespaart je dus veel onnodige verplaatsing door vooraf even te bellen.

 

Tweede opinie van een diagnose

 

Het is mensen altijd toegestaan een tweede opinie te vragen bij een collega indien de gestelde behandeling niet de nodige resultaten afwerpt. Soms kan een behandeling lang duren vooraleer er resultaten kunnen gezien worden, maar de dierenarts moet je daar dan ook op wijzen. Doorgaans is er gunstig resultaat een paar dagen na het begin van een behandeling. Voor sommige behandelingen kan het langere tijd vragen, bijvoorbeeld bij hormonale stoornissen.

Soms kan de dierenarts de klant zelf ook doorverwijzen naar een meer gespecialiseerde collega indien de diagnose niet volledig op conventionele wijze met zekerheid kan gesteld worden. Heb daar dan ook begrip voor, het is in het belang van uw dier.

 

Wanneer moet U contact opnemen met de dierenarts?

 

De onderstaande verschijnselen geven een globaal overzicht wanneer U het beste direct de dierenarts kan consulteren:

  • Als het dier in elkaar zakt of stuiptrekkingen vertoont.
  • Als het dier vaker of meer plast dan normaal of als een zindelijk dier plotseling in huis plast.
  • Wanneer Uw dier zichtbaar pijn heeft en/of perst bij het plassen of de ontlasting, steeds kleine beetjes plast of abnormaal lang blijft zitten op de kattenbak of bij het uitlaten.
  • Als het dier ongewoon veel drinkt.
  • Bij een hardnekkige hoest of abnormale ademhaling.
  • Bij diarree of braken langer dan 24 uur.
  • Bij verlies van eetlust langer dan 24 uur.
  • Bij zwakheid of lusteloosheid.
  • Als U rond of onder een verband een zwelling ontdekt, als het verband onaangenaam ruikt of de huid eromheen verkleurt.
  • Als het verband verschuift of losraakt.
  • Als het dier voortdurend aan de wond likt of het verband kapot bijt
  • Bij kreupelheden, verlammingen of veranderingen in de manier van lopen of rennen.
  • Als Uw huisdier zich duidelijk niet prettig voelt door ongemakkelijke bewegingen die steeds worden herhaald.
  • In elk ander geval bij twijfel is het altijd verstandig de hulp van een dierenarts in te roepen