×
Vogels - parkiet

De Voeding

 

Drinkwater
Zoals alle levende wezens hebben ook grasparkieten water nodig. Grasparkieten drinken niet zo veel, maar ze moeten altijd een gevuld drinkbakje tot hun beschikking hebben. Het beste is als uw grasparkiet een gesloten drinkbakje heeft. Daar wordt het niet zo snel vuil in. Het water moet proper zijn. Wij drinken ook niet graag vuil water.

In de winter mag je nooit schalen als drinkwater gebruiken omdat grasparkieten ook graag baden in schalen en als de parkieten nat zijn en het vriest, dan is dit meestal fataal. Sommige mensen doen vitaminedruppels in het water. Dit is gezond, maar echt nodig is het zeker niet.

Hoewel grasparkieten niet veel drinken, moet er toch altijd een bakje met vers drinkwater voor hun klaar staan. Het drinkwater moet gegeven worden in een proper bakje. Net zoals wij drinken grasparkieten ook liever uit een proper bakje. Het drinkwater is bijna even belangrijk als de voeding zelf. Veel vogels gaan dood waarvan de oorzaak onbekend is, terwijl de sterfte door het besmette of bacterierijke drinkwater veroorzaakt wordt.

Het drinkwater moet regelmatig ververst worden, omdat er na een tijd bacteriën in het water komen, die zich snel vermenigvuldigen. De vogels die jongen hebben, geven die bacteriën door aan hun jongen, wat nadelige gevolgen kan hebben. Dit kan zelfs leiden tot de dood van jongen. Vooral in de zomer, als het warm is, wordt het water ook snel warm, waardoor bacteriën zich makkelijker kunnen voortplanten. Het water moet dan zeker één maal per dag ververst worden. In de winter kan het water bevriezen, zodat de vogels geen water meer krijgen. Hier moet ook op gelet worden.

Gewoon kraantjeswater is goed. Er zijn ook kwekers die hun vogels mineraalwater geven. Dit is niet echt nodig, maar gezond is het wel! Vroeger gaven kwekers hun vogels soms zeewater, omdat daar veel mineralen en zouten in te vinden zijn, maar dit is nu onmogelijk. Het zeewater is te fel vervuild door het toedoen van de mens.

In het drinkwater worden regelmatig vitaminen gegeven. Het tekort aan sommige vitaminen wordt hierbij aangevuld. Deze vitaminen zijn wel redelijk duur. In drinkwater met extra vitaminen, kunnen de bacteriën zich ook veel sneller voortplanten. De vitaminen zijn namelijk een voedingsbron voor de bacteriën. Na 2 à 3 dagen krijgt het water een slechte geur. Het is eigenlijk niet het water, maar de bacteriën die die geur veroorzaken.

Omdat vitaminen zo duur zijn, worden de drinkbakken soms pas na verschillende dagen ververst. Maar als men zijn vogels kent, weet men hoeveel drinkwater men moet geven, zonder te veel overschot te hebben. Zo bespaart men zowel vitaminen, als het geld.

Het klinkt misschien raar, maar thee kan ook zeer gezond zijn: kamillethee tegen lichte verkoudheden, venkelthee tegen moeilijkheden in de darmen, saliethee tegen diarree en brandnetelthee voor de verbetering van de vitaliteit.

Grit, maagkiezel en sepia
Als grasparkieten zaden eten, kunnen ze dit niet vermalen, omdat ze geen tanden hebben. Dus moeten de zaden op een andere manier worden vermalen. Als de zaden ingeslikt worden, en dus van de schil zijn ontdaan, gaan ze naar de krop, waar ze worden geweekt. Dan gaan de geweekte zaden naar de kliermaag, waar er verteringssappen worden toegevoegd. Samen met die sappen gaat het zaad naar de spiermaag, die een sterke wand heeft. Hier worden de zaden vermalen. Om de zaden goed te vermalen zijn er kleine, scherpe steentjes in de spiermaag nodig. Deze steentjes (grit of maagkiezel) hebben heel onregelmatige vormen, waardoor het voedsel nog kleiner wordt gemaakt. Omdat de zaden dan zo klein zijn, kunnen de verteringssappen veel beter op het voedsel inwerken. De spiermaag trekt samen en zet zich uit. Daarom gaan de scherpe steentjes na een tijd rond worden, waardoor ze geen voedsel kunnen vermalen. Deze worden dan door het lichaam afgescheiden. De spiermaag heeft weer nieuwe steentjes nodig, zodat het voedsel altijd goed kan worden vermalen. Een bakje met grit is dus altijd nodig in een kooi of volière. Voor op de bodem van de kooi is er in de handel schelpenzand verkrijgbaar. De stukjes schelpen in dit zand zijn ook geschikt om als maalsteentjes te dienen. Deeltjes van oesterschelpen bestaan ook om aan de vogels te geven. In een volière met een natuurlijke bodem is het meestal niet nodig om grit te verstrekken, omdat de vogels al veel steentjes binnenkrijgen omdat ze veel op de grond naar voedsel zoeken. Gewoon zand, bv. rivierzand is niet geschikt, omdat de steentjes al rond afgesleten zijn door de stroming van het water. Dit heeft dus geen malende werking.

Zaad bevat niet veel mineralen. In de dierenwinkel zijn er sepiaschelpen te koop. Dit is het skelet van een inktvis. Zorg dat er altijd een sepiaschelp in de kooi hangt. Sepia bevat veel calcium. Dit is een waardevol mineraal dat van groot belang is voor de beenderen. Te weinig sepia kan voor jonge vogels leiden tot verzwakking van het skelet. Vooral tijdens het broedseizoen is dit waardevol. De eischaal bestaat namelijk voor een groot deel uit calcium. Sepia kan u kopen, maar is ook aan het strand te vinden. Gebruikt u sepia dat u aan het strand hebt gevonden, dan moet u dit zeer goed schoonmaken met heet water, om vuilresten af te spoelen.

Groenvoer
De zaadmengeling voor de grasparkieten is het basisvoedsel, maar zaad alleen is niet voldoende. Er dient ook groenvoer verstrekt te worden. Groenvoer bevat veel vitaminen die de grasparkiet in optimale conditie houden. Groenvoer is zelf makkelijk om in de tuin te houden en is overal te vinden.

De eerste keren dat groenvoer verstrekt wordt aan een vogel, zal het meestal onaangeroerd blijven liggen, maar men mag de moed niet opgeven. Na een tijd, als de grasparkieten de smaak te pakken hebben gekregen, wordt zo een stuk fruit het lievelingsvoer!

Als groenvoer kan bijna elk stuk fruit gegeven worden. Sla kan wel ongezond zijn voor de grasparkieten. Sla bevat te veel vocht, waardoor de grasparkiet diarree kan krijgen.

Tot de favorieten behoren stukjes appel, wortel, peer, sinaasappel,...

Men kan ook geschikt groenvoer in de natuur vinden. Groenvoer langs een weg gaan zoeken, is niet aan te raden, want het groenvoer kan aangetast zijn door de giftige uitlaatgassen van auto’s. Dit kan soms dodelijk zijn voor de vogels. Zorg ook dat u er zeker van bent dat de planten niet bespoten zijn met chemische produkten, daar deze erg giftig zijn voor grasparkieten.

In velden zijn er volop geschikte planten te vinden.

Zo een plant is vogelmuur. Op elk leeg stukje grond is er in de zomer wel vogelmuur te zien. Vogelmuur is makkelijk te herkennen aan de lichtgroene kleur en aan de fel vertakte stengels. In de zomer krijgt de plant kleine witte bloempjes. Vogelmuur bevat veel calcium, dat goed is voor de vorming van het beendergestel van de jonge vogels. Als de vogel iets gebroken heeft, is calcium noodzakelijk voor het herstel van de breuk. Vogelmuur behoort ongetwijfeld tot de favorieten van de wilde planten voor vogels!

Ook een plant die bij iedereen bekend zal zijn is de paardebloem. Deze ongeveer 35cm hoge plant heeft op het begin een mooie gele bloem, maar daarna komen de bekende pluisjes, die bij het minste zuchtje wind losspringen en ergens anders neervallen, waar zich dan een andere plant kan ontwikkelen. De lange bladeren hebben aan de zijkanten insnijdingen. De stengels bevatten een melkachtig sap.

Vooral de bladeren zijn gezond om aan de vogels te geven. Deze bevatten veel vitamine A, B en C.

De wortels kunnen ook gegeven worden. Als men een paardebloem in de volière legt, zullen de vogels er dol op zijn. Zorg dan wel dat er geen pluisjes meer aan de plant hangen. De opvliegende vogels zorgen dat de pluisjes loskomen en dan is het echt een zootje in het vogelverblijf.

Ook kunnen er verschillende grassoorten gegeven worden aan de vogels. In het wild eten de grasparkieten namelijk ook de zaden van de verschillende grassoorten die er te vinden zijn.

Men kan ook speciaal groenvoer voor vogels in de dierenwinkel krijgen. Dit is niet echt nodig, want als men af en toe wat fruit of planten geeft, hebben ze wel voldoende groenvoer.

Geef verschillende soorten groenvoer, zo ziet u na een tijd welk soort groenvoer uw vogels verkiezen.

Verstrek het groenvoer en fruit portiegewijs, dus nooit te veel in één keer. Het teveel aan groenvoer blijft liggen, en dit kan na een tijd gaan rotten, waardoor de vogels er ziek van kunnen worden. Was het groenvoer voordat u het aan de vogels geeft, goed af, maar geef het niet te vochtig aan de vogels. Groenvoer bevat namelijk al veel vocht en als daar nog extra bijkomt, kan dit zorgen voor darmstoornissen.

Kiemvoer
Kiemvoer is ook een zeer gezonde en veel gegeven vorm van groenvoer. In het wild wachten grasparkieten met broeden tot in het regenseizoen. Als de jongen uitkomen, zijn de zaden ontkiemd en kunnen de jongen beschikken over een vitaminerijk voedsel. Het gekiemde zaad is rijk aan vitamine A. Deze vitamine zorgt voor een goede beendergroei en een gezonde huid en veren. Wij kunnen de grasparkieten ook gekiemde zaden aanbieden.

Er zijn verschillende manieren om het zaad te laten kiemen. Geschikt zaad is een exotenmengeling, maar het gewone zaad kan ook gebruikt worden. Om te beginnen neemt men de gewenste hoeveelheid water en wast men onder stromend water. De zaden kan men in een zeef doen, zodat het water goed tussen al de zaden kan. Dan legt men de zaden op een vochtige handdoek. Zorg wel dat de zaden goed verspreid liggen, anders kunnen de zaden gaan beschimmelen, waardoor het gekiemde zaad nutteloos is geworden. Na enkele dagen komen er kleine kiempjes uit de zaden. Er zijn nu veel vitaminen vrijgekomen, waardoor dit gekiemde zaad gezond is.

Men kan ook een handvol gekiemde zaden in een schaal planten. Het duurt wel wat langer eer de kiemen boven de grond komen, maar de grasparkieten kunnen de kiemen dan makkelijk uit de schaal pikken.

In de handel zijn ook speciale kiemsets te verkrijgen. Dit zijn enkele schalen boven elkaar. In de bovenste schaal, die dient als “deksel”, giet men water. Via een buisje loopt het water van de bovenste schaal naar de middelste kiemschalen, waar net voldoende water achterblijft om de zaden te laten kiemen. Het te veel aan water wordt opgevangen in de onderste schaal. Als de zaden in de bovenste kiemschaal ontkiemd zijn, geeft men deze aan de vogels en plaatst men deze onder de onderste kiemschaal, zodat er een soort beurtrol ontstaat waardoor men elke dag over een verse portie kiemvoer beschikt.

Was de kiemen onder warm, stromend water voordat u ze aan de vogels geeft, zodat er zeker geen schimmels of bacteriën aanwezig zijn.

Door zaden te laten kiemen, weet u ook of u met vers zaad te maken hebt. Als minder dan 50% van de zaden ontkiemt is het zaad te oud, waardoor er al veel voedingsstoffen verloren zijn gegaan. Ontkiemt meer dan 50%, dan is het zaad nog goed vers.

Grasparkieten houden ook van gekiemd zaad. Het is heel gezond omdat er zo veel vitaminen vrijkomen. Kiemvoer komt het meest overeen met het voedsel dat ze in het wild eten.Als het begint te regenen in Australië, beginnen de grasparkieten te broeden, omdat er dan veel zaden kiemen, zodat de jongen met die kiemen kunnen gevoerd worden. Kiemvoer is op verschillende manieren zelf te maken:

Eén manier is: neem eerst een handvol zaad en doe dit in een schaaltje. Strooi hierover wat aarde. Geef elke dag wat water. Na enige dagen verschijnen de kiemen. Zet de schaal nu in de kooi of volière, zodat de vogels het gekiemd zaad makkelijk kunnen eten.

Een andere manier: neem een handvol zaden en leg deze verspreidt op een vochtige handdoek. Na enkele dagen komen er al kleine kiempjes te voorschijn. Besproei de zaden ook elke dag met een fijn straaltje (bv plantenspuit).

Deze manieren kunnen ook gebruikt worden als versheidsproef: als 50% of meer van de zaden uitkomen, is het zaad vers.

In de handel zij ook speciale sets te verkrijgen speciaal voor zaden te laten ontkiemen. Dit zijn enkele schaaltjes boven elkaar waar men zaden in doet. In het bovenst eschaaltje giet men water en het water loopt via een buisje naar het volgende schaaltje, zodat deze zaden bevochtigd worden. Dan loopt het water verder tot in het volgende schaaltje, enz... tot het water in het onderste schaaltje terechtkomt.

Voederbakken
In de handel zijn een enorm aantal verschillende soorten eet- en drinkbakken te vinden. De ene al wat beter dan de andere. Voor het kopen van drinkbakken moet altijd eerst gekeken worden naar wat voor zaad u geeft. Voor grotere parkieten koopt men bv. best geen eetbakken met een tuitje, omdat de grotere zonnebloempitten hierin soms vast komen te zitten, waardoor het lijkt alsof de vogel nog een vol bakje heeft, terwijl hij soms zelfs sterft van de honger... Voor grasparkieten zijn eetbakken met tuitjes wel geschikt. Grasparkieten hebben namelijk geen grote zaden, zodat het zaad makkelijk door het tuitje kan lopen. Maar men moet toch regelmatig controleren. Het kan immers altijd gebeuren dat er iets tussen geraakt. In een volière neemt u best een grote voedingsbak. Een grote voederbak is meestal niet erg goedkoop. Maar het is makkelijk om zelf een doelmatige voederbak te maken. U neemt een plastieken fles en u snijdt de bodem eraf. Men plaatst de fles omgekeerd in een schaal en van boven in de fles giet men zaad. In de schaal blijft altijd een beperkt hoeveelheid zaad. Maak de fles wel goed vast aan de schaal en zorg er voor dat de afgesneden onderkant bedekt is, zodat er geen uitwerpselen in de fles kunnen terechtkomen.

In de broedkooien moeten geen grote voederbakken. Het eten en drinken kan in een open bakje gegeven worden. Een klein eetbakje, een drinkbakje en een bakje voor het eigeel is voldoende. In de eetbak moet men er wel altijd op letten dat er niet te veel kaf op het eten ligt. Grasparkieten pellen het zaad en het kaf komt in de voederbak, zodat ze het goede zaad niet meer kunnen vinden. Blaas dan ook regelmatig het kaf van het voedsel af.

Voor drinkbakken geldt ongeveer hetzelfde als hierboven al beschreven werd. Geef echter geen eten in drinkbakken. De tuitjes van drinkbakken zijn namelijk smaller als van eetbakken, en er bestaat een grotere kans dat het eten vastgeraakt in het tuitje. Ververs de drinkbakken ook regelmatig, daar het drinkwater snel vuil wordt door zaad wat in de bak is gevallen, bacteriën, enz...

Grasparkieten baden veel. Geef daarom in de volière het drinkwater niet in het badje, maar in een ander apart bakje. Het water wordt anders te snel vuil door de badende grasparkieten, wat ook onhygiënisch is.

Zaden
In elke dierenwinkel zijn geschikte zaadmengsels voor grasparkieten te vinden. U kan zelf ook een mengeling van zaden maken. Dit heeft als voordeel dat u zelf het aantal kan bepalen van de verschillende soorten zaad.

Als u zaad gaat kopen, moet u al zeker naar de houdbaarheidsdatum kijken, want hoe ouder de zaden zijn, hoe minder voedingsstoffen er aanwezig zijn. Soms kan het zijn dat het zaad met fijne draadjes aan elkaar gekleefd is. Er zit dan ongedierte in het zaad, waardoor het zaad onbruikbaar wordt.

In een gewone zaadmengeling zitten verschillende soorten zaad, zoals millet, gierst,... Maar zaden alleen is niet genoeg. Er moet ook regelmatig groenvoer en eivoer verstrekt worden. Eivoer moet vooral tijdens het kweekseizoen worden gegeven. Gekiemde zaden zijn ook heel gezond.

In de dierenwinkel zijn er ook verschillende soorten vormpjes gemaakt van zaad te verkrijgen. De zaden zijn aaneengeplakt met honing en hier zit te veel suiker in. Als uw grasparkiet dan in een kooi zit, kan hij veel te dik worden. Af en toe een vormpje geven kan geen kwaad, maar geef in de plaats van zo een vormpje toch liever wat groenvoer of fruit!

Wat grasparkieten overheerlijk vinden, is trosgierst. Dit is lekker én gezond. Geef echter niet te veel trosgierst, want van een te grote hoeveelheid kan uw grasparkiet vetzucht krijgen. Geef uw vogel als die alleen gehouden wordt regelmatig een stukje trosgierst van ongeveer 6cm. In een volière regelmatig een ganse tros. Trosgierst kan zeer nuttig zijn om uw vogel tam te maken. Trosgierst is dus eigenlijk als een gezond “snoepje”. Voor dat de jongen uit het nest komen, kan u een stukje trosgierst in de blok leggen, zodat de jonge vogels wennen aan zaad.

Zieke vogels geeft u ook best een stukje trosgierst, zodat ze aangemoedigd worden om terug wat te eten.